Flores: Van komodovaraan tot Kelimutu - Reisverslag uit Kupang, Indonesië van Matthijs en Lisette - WaarBenJij.nu Flores: Van komodovaraan tot Kelimutu - Reisverslag uit Kupang, Indonesië van Matthijs en Lisette - WaarBenJij.nu

Flores: Van komodovaraan tot Kelimutu

Blijf op de hoogte en volg Matthijs en Lisette

05 September 2014 | Indonesië, Kupang

27 augustus
In de zon ligt hij z'n lijf op te warmen, zoals hij elke ochtend doet. Af en toe opent hij zijn ogen, hij houdt ons in de gaten. Zijn drie meter lange lijf licht op de rand van een terras. Langzaam sluipen we dichterbij. Je ziet hem zijn scherpe klauwen aanspannen. Hij is de toeristen meer gewend dan wij deze krokodilachtige diersoort. We maken snel een foto, nu kunnen we zeggen dat we een komodovaraan hebben gezien!

Komodo dragons, oftewel komodovaranen, zijn sluwe angstaanjagende beesten. Ze eten kippen, wilde zwijnen, herten, waterbuffels en zelfs mensen! In het verleden zijn er mensen aangevallen en opgegeten door komodoveranen. Hun bijt is hard maar niet direct dodelijk, hun speeksel is dat wel. Hun speeksel bevat zo'n zestig bacteriën die hun slachtoffer na een paar dagen doet overlijden. Dit koudbloedige dier kan de geur van dood vlees en bloed op wel vijf kilometer afstand ruiken. Menstruerende vrouwen zijn daarom ook niet toegestaan in het park. Samen met andere komodovaranen laten ze niks meer van hun maaltje over. Ze schrokken het net als slangen naar binnen.
Komodovaranen zijn nergens anders te zien dan in het National Park 'Komodo'.

Gisteren zijn we begonnen aan een tweedaagse trip naar de Komodo eilanden. We hebben samen met een Spaans stel de boot voor onszelf. Om 8:00 uur zijn we vertrokken met de boot vanuit de haven Labuan Bajo, waar we dag daarvoor met de Pelni-ferry zijn aangekomen. Als eerste doen we het eiland Rinca aan, één van de eilanden dat onder het 'Komodo National Park'. Hier leven ook komodovaranen, alleen zijn deze kleiner dan op het eiland Komodo. Dit komt door de sterk verschillende vegetatie van de eilanden. Rinca is dor en droog, Komodo is groen en vruchtbaarder. Op Komodo eiland leven daarom meer herten, zwijnen en andere dieren die als prooi van de Komodo dragon kunnen dienen.
Op Rinca doen we de lange trekking van iets meer dan twee uur. Al snel zien we een aantal komodovaranen, ze houden zich graag op in de buurt van keukens. Ze ruiken namelijk de geur van het eten, dat is echter voor de rangers en de bezoekers van het park. Komodovaranen worden al geruime tijd niet meer gevoerd, het is daardoor veiliger voor toeristen. Voorheen werden ze op vaste tijdstippen gevoerd met dode geiten, hongerige en agressieve komodovaranen kwamen hier op af. Als het moet vallen ze ook elkaar aan en eten ze ook elkaar op, zelfs hun eigen jongen! De baby's leven daarom ook de eerste drie jaar voornamelijk in de boom.

De trekking blijkt al snel meer dan twee uur te gaan duren; de vrouwelijke helft van het Spaanse stel is ziek en spuugt het hele park onder. Om de tien meter moeten we stoppen. Af en toe rent ze ergens de bosjes in of duikt ze weg achter een paar rotsen. In het begin was het nogal komisch, omdat de ranger eerst moet controleren of er geen Komodo dragons in de buurt zijn die haar kunnen aanvallen. Alleen was er na een tijdje geen houden meer aan voor de ranger en gaf hij het op. Wij hebben onderweg nog wat komodovaranen gezien en hebben genoten van de prachtige omgeving en het uitzicht.

Op de boot stond een uitgebreide lunch op ons te wachten. Adriana at niet mee, haar vriend Carlos evenmin. Ze waren pas kort in Indonesië en ze konden het Indonesische eten niet echt op waarde schatten, van haar was dat gezien de omstandigheden wel te begrijpen. Hij at niet meer dan wat witte rijst en heel veel stukken watermeloen (we moesten snel zijn als we ook een stukje wilden!). Voor ons was het echter het beste eten wat we op welke excursie tot nu toe dan ook hebben gehad! De keuze was reuze en het smaakten allemaal voortreffelijk. En doordat zij niks wilden, konden wij nog eens extra opscheppen:)

Na de lunch, op open zee en met prachtig uitzicht op allerlei kleine eilandjes, kwamen we aan bij Pink Beach. En zoals de naam al zegt, het strand is roze. We snorkelen wat en Matthijs amuseert zich als een klein kind door van het dak van de boot af te springen. Dit wil hij graag op de foto hebben, alleen Lisette blijkt hier niet zo bedreven in. De ene keer staan alleen Matthijs zijn benen op de foto, de andere keer alleen zijn hoofd en soms staat hij er helemaal niet op. Misschien kunnen we wat foto's aan elkaar plakken;)
Onze slaapplek is voor de kust van Komodo eiland. Hier is ook een klein eilandje waar je de 'flying foxes' kunt zien. Als het donker begint te worden trekt een hele grote groep vleermuizen, die overdag op dit eiland slapen, er in één keer op uit om te gaan jagen op het veel grotere Komodo eiland. Alleen deze avond hadden ze geen zin. We hebben geen vleermuis gezien...

De volgende ochtend worden we wakker van het gebrom van de motor van de boot. We zijn onderweg naar Komodo eiland. De zonsopgang is prachtig en zelfs te zien vanuit onze cabine waar we in hebben geslapen.
Adriana is nog steeds ziek en eet wederom niet mee. Haar banana pancake staat een beetje te verpieteren terwijl wij de onze opeten. Carlos lust ook dit niet, laat zijn pannekoek ook na twee happen staan en begint weer aan de watermeloen. Wij hebben nog nooit zo'n lekkere en en grote banana pancake gehad en zitten uiteindelijk propvol.
Toen één van de jongens van de boot aan Carlos vroeg of hij koffie of thee wilde, zei hij: 'milk'. De jongen dacht dat hij koffie met melk wilde en schonk een klein scheutje koffiemelk uit een blikje in een beker. Toen hij er ook een paar scheppen oploskoffie bij wilde gooien, om er vervolgens heet water bij te doen, zei Carlos: 'No, just milk'. De jongen keek een beetje vreemd op en knikte. Hij schonk er nog een klein beetje koffiemelk bij en gaf de beker aan Carlos, die er helemaal niks meer van snapte. Tjaa Carlos! We zitten op een boot, niet in een vijfsterren hotel... haha

Op Komodo eiland zien we nog grotere draken dan op Rinca. Adriana en Carlos doen de korte trekking, wij doen uiteraard weer de lange trekking! Onze gids Iwan vertelt ons wat nieuwe weetjes, maar veel informatie hadden we gisteren al van de gids op Rinca gehoord. Dit keer zien we wel meer herten, wilde zwijnen en de nog grotere komodovaranen.
Na deze ochtendwandeling op Komodo eiland gaan we terug naar de boot en varen we naar een snorkelgebied waar de manta rai rondzwemt. Matthijs springt wederom van de boot af, maar wordt afgeraden om dit niet nog een keer te doen. Dit kan de manta rai namelijk een beetje afschrikken. We hebben geluk, want we zien er een stuk of vijf. Verder zien we nog een hele grote school met blauwe vissen en nog wat grotere vissen. Matthijs denkt zelfs een kleine haai te hebben gezien, Lisette vond het eerder een grote grijze vis.

En van het snorkelen krijg je honger, gelukkig is er alweer een heerlijke lunch voor ons klaargemaakt. Het wordt een beetje eentonig, want Adriana eet weer niet mee en Carlos lust niks (behalve watermeloen dan). Wij eten onze buikjes weer rond. Alleen tijdens de lunch valt onze boot ineens stil. Hij blijkt kapot te zijn. De bemanningsleden beginnen onderin de boot te sleutelen en hopen hem weer aan de praat te krijgen. Ondertussen lezen wij een boekje en genieten van de prachtige omgeving. Er zijn namelijk ergere plekken om motorpech te krijgen. Carlos denkt hier echter anders over. Vanaf het moment dat de boot stil ligt blijft hij heen en weer ijsberen en zich afvragen of we geen hulp moeten roepen. Waarschijnlijk frustreerde het hem ook dat wij zo relaxed bleven en de situatie heel anders bekeken. Het zuchten en steunen van Carlos hield dan ook pas op toen de motor weer begon te draaien. Het oponthoud heeft zo'n anderhalf uur geduurd en dus was er nog tijd genoeg voor onze volgende snorkelplek, Kanawa island. Dit is ook zo'n paradijselijk eilandje waar wij onze Spaanse vrienden zouden achterlaten. Zij zouden hier namelijk nog twee dagen blijven. In een tentje (alle bungalows zitten vol) en waarschijnlijk gezamenlijk eten met de rest van de gasten op het eiland. Nu maar hopen dat ze hier ook watermeloen hebben...

Wij snorkelen nog wat rond in dit gebied, dat bekend staat om de 'carters'. Geen idee wat het zijn, maar volgens de bemanning hebben ze een oranje kleur en kunnen ze groot en klein zijn. Volgens mij hebben we ze niet gezien.
Wanneer we zijn uitgesnorkeld is het tijd om met de boot terug te keren naar de haven van Labuan Bajo. Hier zijn we eerst op zoek gegaan naar een nieuwe slaapplek en we nemen genoege met het goedkope backpackershostel. Na de heerlijke nasi soto ayam (kippensoep met rijst) van die avond halen we een toetje in een Italiaans restaurant. De cappuccino en tiramisu zijn een stuk duurder dan het hoofdgerecht.

28 augustus
Om 7:00 uur zijn we opgehaald met een shuttlebus die ons naar Ruteng brengt. Dit is een klein plaatsje op vier uur rijden van Labuan Bajo. De reis verloopt vlotjes door de bergen van Flores. Verharde en onverharde wegen wisselen elkaar af, één ding hebben ze gemeen: ze zijn beiden hobbelig en vinden beiden al kronkelend hun weg. Wanneer onze medepassagiers langs de weg bananen kopen, krijgen wij er ook een stuk of zes en die zijn erg lekker. De chauffeur zet ons af bij het Rima Hotel. Hier zetten we snel onze tassen in de kamer, zodat we zo veel mogelijk tijd overhouden om de omgeving van Ruteng te verkennen. We hadden het plan om dit met een gehuurde scooter te doen, alleen komen we er al snel achter dat je in Ruteng helemaal geen scooters kunt huren. Beetje vreemd, maar iedereen zegt het. Er zit dus niks anders op dan de bemo te pakken. Onze eerste stop zal bij de 'spinnenweb rijstvelden' zijn in Cancar. De rit er naartoe is weer gedenkwaardig. In Nederland zouden heel wat regels overtreden worden; er zitten mensen op het dak, er hangen mensen aan de zijkant van de bus, de chauffeur belt tijdens het rijden, er wordt gerookt in de bus en onnodig vaak geclaxonneerd. De snelheidslimiet zal echter niet zijn bereikt, het zwaarbeladen busje komt namelijk nauwelijks vooruit in de steile haarspeldbochten.

De 'spinnenweb rijstvelden' danken hun naam aan de vorm van de rijstvelden. Dit is goed te zien vanaf een uitkijkpunt naast deze velden. Hier kom je met een trap en uiteraard zit daar een oud mannetje om de 'entree' in ontvangst te nemen. In Indonesië kun je namelijk niets zien zonder er eerst voor te hebben betaald. Maar het was de €1,30 meer dan waard. In totaal hebben we wel elf 'spinnenwebben' kunnen ontdekken, het was een erg bijzonder gezicht.

Hij is één meter groot en niet meer dan dertig kilogram, of beter gezegd was. De Homo floresiensis is een dwergmens en wordt ook wel hobbit genoemd. In 2003 werden in de grot Liang Bua de resten van deze kleine mens gevonden door archeologen. Het is een ondersoort van de Homo erectus, de tot 180 centimeter grote mensensoort uit de oude steentijd. Vermoedelijk zijn zij ooit met vlotten op het verlaten eiland gestrand. Maar door gebrek aan voedsel op Flores werd de Homo erectus steeds kleiner.
Wij wilden het skelet van deze kleine mens wel eens in het echt bewonderen. Daarvoor moesten we vanuit Ruteng 14 kilometer naar het noorden reizen. Na tien minuten onderhandelen over de prijs stappen we in een bemo naar de grot. De rit is behoorlijk hobbelig en Matthijs moet oppassen dat hij niet steeds zijn hoofd stoot in het lage busje. Eenmaal aangekomen staat er al een gids klaar om ons te begeleiden. We hebben eerst een kijkje genomen in de grot, waar nog steeds onderzoek wordt gedaan door archeologen. Aan de andere kant van de weg is een klein 'museum' ingericht met de resten van de hobbit. Het museum is in een huis dat is gebouwd op traditionele wijze. Verder hangt er informatie, maar deze is helaas alleen in het Indonesisch. De gids kan ons nog wel het één en ander vertellen en het is een kort, maar leuk uitstapje.

Terug in Ruteng besluiten we nog een rondje te lopen. Het is wel weer te merken dat hier weinig toeristen komen. We worden constant aangesproken, vooral door kleine jongetjes. Althans, dat is wat we dachten totdat we hoorden dat ze al 16 jaar oud waren! Alleen de beginde snor op hun bovenlip verraadde hun leeftijd enigzins.
Op school leren ze Engels, daarom moeten ze van hun docent met toeristen Engels spreken. In schriftjes worden we gevraagd om onze naam, nationaliteit en zelfs onze handtekening te zetten. Terwijl we door de straten lopen worden we steeds weer gevolgd door jongeren. Halverwege wordt Matthijs gevraagd om een potje Fifa op de playstation te spelen met de plaatselijke jeugd. Hij verliest - volgens hem omdat de besturing anders is - maar is zo blij als een klein kind. haha
Vroeg in de avond eten we een hapje en gaan dan terug naar het hotel. Vroeg slapen, want morgenochtend gaat om half zes de wekker.

29 augustus.
Brrrrrr! In de lakenzak en onder twee dekens had Lisette nog steeds koude voeten. Het lijkt Nederland wel. In dit gedeelte van Indonesië koelt het in de nacht flink af. Achteraf gedacht niet zo gek, want we zitten vlakbij Australië, waar het in de nacht ook heel koud kan zijn.

Vandaag was zo'n dag dat we eigenlijk niet heel veel gedaan hebben en dat is ook wel eens lekker. Om 6:30 uur werden we vanochtend door een shuttlebus opgehaald en daarom zaten we om 6:00 uur aan ons Indonesische ontbijtje, rijst met kip en kroepoek. Lisette heeft er lekker van gegeten, Matthijs heeft vooral uit beleefdheid een paar happen genomen. Onze tassen worden boven op de bus vastgemaakt, want in het busje is er te weinig ruimte. Later blijkt waarom, het hele busje wordt weer volledig in beslag genomen door mensen. En niet alleen tassen en dozen worden als bagage meegenomen, ook kippen en geiten. En ook deze komen op het dak te zitten. Maar de rit gaat snel voorbij en om half twaalf zijn we in Bajawa. Nou, eigenlijk net er buiten en dus moeten we nog een bemo nemen. We besluiten naar het door de Lonely Planet aangeraden Hotel Bintang Wisata te gaan. Hier worden we vriendelijk ontvangen door Theo, die ook een beetje Nederlands kan spreken. Hij was een foster parent child van een Nederlands stel en beschouwd ons daarom naar eigen zeggen als praktisch familie.

Na ons te hebben geïnstalleerd zijn we een rondje door Bajawa gaan lopen. Vandaag willen we een planning maken voor onze laatste weken van deze reis. Na Flores willen we naar Singapore vliegen en daarom zijn we ook op zoek naar een reisbureautje.

Ook in Bajawa wordt er vaak gevraagd 'Where are you going?', 'What's your name?', 'How old are you?' en 'Are you married?'. In Nederland zou dit als erg nieuwsgierig en zelfs brutaal worden gezien. Hier wordt het vooral uit beleefdheid gevraagd.
Toch laten de mensen ons hier meer met rust en kunnen we 'gewoon' over straat, dat is ook wel eens lekker. Bajawa ligt te midden van bergen en vulkanen en is hoger gelegen dan andere steden. Het is hier koeler en het regent hier ook meer, Bajawa draagt niet voor niets de bijnaam Kota Hujan (regenstad). De groene vallei waarin we ons bevinden is echter prachtig.

Tijdens de lunch horen we van een toeriste over een dagtrip in de omgeving van Bajawa langs traditionele dorpjes. Theo (de man van het hotel), die zichzelf een gids noemt, had ons al aangeboden om ons in één of twee dagen de omgeving te laten zien, maar wij twijfelde of de prijs niet een beetje aan de hoge kant was. Ja dus, want voor een stuk minder hebben we nu een dagtrip geboekt bij een zeer vriendelijke man.

Dat was dus geregeld, nu de vliegtuigtickets nog. Bij het eerste reisbureau konden ze ons niet echt helpen en dus gingen we naar de volgende. Hier werden we, wederom door een zeer vriendelijke man, goed geholpen. De tickets naar Kupang (West-Timor) en vervolgens naar Singapore zijn geboekt! 5 september laten we Indonesië achter ons, om de laatste weken in Singapore en Maleisië door te brengen.

Hoogtepunt van deze dag was een klein jongetje dat om zijn middel een touw had geknoopt dat ook door een doos heen was aangebracht. Door het strak getrokken touw bleef de doos op zijn kleine buikje zitten, als een grote trommel. Met een stok in elke hand liep hij al trommelend in het rond, als een drummer in de fanfare. Hij maakte er - naast het trommelen - ook andere geluiden bij. Het was een erg komisch gezicht en hij heeft ons een tijdje geamuseerd met zijn optreden!

30 augustus
We wachten en wachten en wachten. Op Florian, onze gids van vandaag. Om 8:30 uur moesten we gereed staan bij het toeristenbureau, want vandaag zouden we een excursie doen langs traditionele dorpjes. Terwijl we staan te wachten krijgen we meerdere keren een gids of auto aangeboden voor eenzelfde soort excursie, maar we geven aan dat we er al eentje hebben geboekt. Een uur later dan afgesproken komt Florian eindelijk op de scooter aangereden. Hij had wat slecht geslapen vanwege een feestje de avond ervoor. En hij heeft slecht nieuws, want hij heeft geen andere toeristen kunnen vinden. Hij geeft aan dat twee personen te weinig is om het voor hem rendabel te maken. Dat is balen, want we hadden zojuist alles afgewezen. Matthijs laat blijken dat hij hier niet heel blij mee is en Florian probeert een alternatief te bedenken. Uiteindelijk gaan we op de scooter met een andere werknemer van het toeristenbureau en doen een aangepast programma. We moeten wel eerst nog even onze zwemspullen bij het hotel ophalen, want we gaan ook naar de hotspring.
Wanneer we terugkomen bij het toeristenbureau is er zojuist een ander koppel gearriveerd. Zij willen ons graag vergezellen vandaag. En dus wordt wéér alles omgegooid en gaan we uiteindelijk de excursie doen die we hadden geboekt. Wel een klein beetje aangepast, want het is inmiddels al 10:30 uur. Daarom mogen we vandaag zowel in de vroege middag als in de avond bij Florian thuis eten.

De Bajawaanse koffie is, volgens de Bajawanen, de beste koffie van Indonesië. Tot nu hebben we nog niet hele lekkere koffie op, maar deze smaakt erg goed. Zeker met de cake, rijst, varkensvlees en pinda's die we er bij geserveerd krijgen. We eten veel, want we hebben een drukke dag voor de boeg. Wanneer we helemaal vol zitten komt de vrouw van Florian ook nog met een pan kippensoep aan, maar dat kunnen we echt niet meer op.
Na de lunch gaan we in gezelschap van Ingrid, de tienjarige dochter van Florian, en chauffeur Wimpie (misschien schrijf je het iets anders) op pad. Even een kleine introductie van onze medereizigers: Jeff, Amerikaan en heeft als hobby fotografie, en Marie, afkomstig uit Estland maar samen met Jeff wonend in Californië, is lerares Frans. Zij reizen negen maanden rond door Europa en Azië. Vlak voordat ze vetrokken zijn ze ook nog even getrouwd.

Flores is, samen met Sulawesi, één van de mooiste eilanden van Indonesië (die wij gezien hebben). We maken meerdere stops om foto's te maken van de vulkanen en bossen in de omtrek. Ook schieten we een paar mooie plaatjes van de vulkaan Gunung Inerie. Het is altijd fijn als je een gids hebt die je naar de mooie plekjes kan brengen.
Na de panorama's rijden we verder richting het traditionele dorpje Beo. Onderweg vertelt Florian het bijzondere verhaal over een Hollands echtpaar dat zijn studie heeft betaald, die hij in Indonesië had ontmoet. Hij hield contact, maar na de aardbeving in Maumere verloor hij alles wat hij had, zo ook het contact met de Nederlanders. Veertien jaar na de ontmoeting met hen in Indonesië (hij was toen 14 jaar) heeft hij hen opgezocht in Nederland, die reis werd weer mogelijk gemaakt door een andere Nederlandse familie die hij had leren kennen. Na wat gespeur in Nederland reisde hij met de trein van Leeuwarden naar Rhenen. Hij belde aan en toen de deur open ging zag hij in de hal een foto van hem met het echtpaar. Het was een emotionele ontmoeting. Met tranen in zijn ogen vertelt Florian zijn verhaal. Ook Marie is zeer ontroerd door het verhaal en eigenlijk moeten wij allemaal wel even slikken.

De rit naar Beo gaat door bossen van bomen met koffiebonen en exotische fruitsoorten. We maken hier een stop. Florian schut een vrucht, een soort passievrucht, uit de boom. Erg lekker! In dit bos staat ook nog een andere bijzondere boom. De schors van deze boom smaakt naar kaneel en kan worden gebruikt in de thee. Het schijnt goed te zijn tegen een hoge bloeddruk. We nemen een stukje schors mee naar huis.

En dan Beo. Het lijkt wel een openluchtmuseum en het zal een onvergetelijk bezoek worden. Wanneer we namelijk aankomen blijkt er een feestje aan de gang te zijn vanwege de communie van kinderen uit het dorp. En een feestje hier betekent niet in een kring rond de salontafel zitten, maar in plaats daarvan is er een dansvloer gecreëerd. We worden bij aankomst meteen naar deze dansvloer geleid. Op Indonesische muziek, maar ook op een paar internationale nummers, gaan de voetjes van de vloer. We mogen mee doen met een soort traditionele dans en voor beide partijen is het een geweldige ervaring. We kunnen onze glimlach niet meer van onze gezichten krijgen. Zowel de kinderen als de ouderen vinden het leuk en dansen allemaal mee.
Na al dit gefeest neemt Florian ons verder mee het dorp in en vertelt ons van alles over de cultuur en tradities. Het dorp bestaat uit twee lange rijen van huizen met daartussen een soort houten totumpalen, kleine huisjes en grote stenen. De huizen hebben vaak een poppetje (dat staat voor mannen) of een huisje (vrouwen) boven op het dak. De vrouw is erg belangrijk in deze gemeenschappen, want zonder de vrouwen zouden de mannen nergens zijn. Lisette bevalt dit verhaal dus wel;)
Alles draait in deze traditie om de goede energie die ontstaat tussen man en vrouw en God verbindt de hemel (de vrouw) met de aarde (de man).
In het dorp wonen vaak meerdere clans en elke clan heeft een soort eigen totumpaal, een ngadhu. Deze paal wordt gemaakt van een bepaalde boom en er gaan vele rituelen en offeringen aan vooraf voordat de paal in het dorp wordt gezet. Wanneer de boom in het dorp wordt geplant, worden er samen met de wortels ook een levend varken, een levende kip en een levende hond in de grond begraven. Heel soms laat een oudere uit het dorp zich ook levend begraven, vrijwillig! Wanneer de stam van de boom voorzien is van ingekerfde versieringen, wordt deze geheel ingesmeerd met het bloed van een buffel. Hierdoor lijkt de paal van steen. Hier overheen wordt een parasol van stro gemaakt die dient als bescherming. Tegenover elke paal staat een huisje, de bhaga, die toebehoort aan de vrouw, terwijl de totumpaal toebehoort aan de man. Van de energie die hier tussen vrijkomt kan de mens leven.
Tussen twee mannen of twee vrouwen ontstaat negatieve energie en dus wordt homoseksualiteit ook niet getolereerd. Homoseksuelen worden dan ook vermoord, om slechte energie niet toe te laten. We weten even niet wat we moeten zeggen.
In het midden van het dorp worden belangrijke mannen begraven, waar grote megalitische grafstenen worden opgezet. Vrouwen worden onder het huis begraven, omdat ze daar een belangrijke rol hebben gespeeld.

In Bena, ook een traditioneel dorpje, blijken toeristen vaker te komen. Kinderen kijken hier, in tegenstelling tot andere plekken, niet meer op van een paar blanken met fototoestellen. Ze gaan gewoon verder met voetballen. Maar wanneer Matthijs aanbied om mee te doen, vinden ze dat toch wel heel erg leuk. Aan 'uit' wordt niet echt gedaan, rond en op het graf aan de zijkant van het veldje wordt gewoon gevoetbald.

Het is inmiddels donker geworden en we sluiten de dag af in de hotspring bij Soa. Het is toch wel heel bijzonder om onder een sterrenhemel midden in de jungle in een geiserbad te zitten. Heerlijk! Vervolgens gaan we terug naar het huis van Florian, om daar te eten. Zijn vrouw heeft een heerlijke maaltijd voor ons bereid, misschien wel de lekkerste die we in Indonesië hebben gehad. Wanneer er zo goed gekookt wordt is het helemaal niet erg om elke dag rijst te eten. Ondanks dat het steeds kouder wordt hebben we een erg gezellige avond. We praten met Florian, Jeff en Marie over van alles wat er in de wereld speelt.
Bij het afscheid krijgen we een door de vrouw van Florian zelfgebakken brood mee. Helaas viel tijdens het bakken de stroom uit en is het brood niet goed gerezen. Later in het hotel heeft Lisette er nog een stukje van geproefd, maar moest helaas constateren dat het niet echt lekker was en is het in de vuilniszak beland:(

Het was een erg bijzondere dag met vele indrukken en het was fijn om zo'n goede gids als Florian bij ons te hebben. Een inspirerende man die iets probeert bij te dragen aan de samenleving. Zo geeft hij op scholen educatie over het belang van het opruimen van afval (wat een groot probleem in Indonesië is) en probeert hij toeristen de realiteit van zijn land onder ogen te brengen.

31 augustus
In ons goedkope kamertje (tien euro per nacht) van het Bintang Wisata Hotel schrokken we wakker. De wekker was niet gegaan maar het was al licht in de kamer! Matthijs zet ook een keer de wekker hoor, alleen wel op de verkeerde dag. Om 7:00 uur zouden we de bus naar Ende nemen, waar we een flinke wandeling zouden gaan maken. Alleen was het nu 6:50 uur! Matthijs heeft Lisette nog nooit zo snel haar lange en uitgebreide ochtendritueel zien doen. De bus stond al te wachten toen we om 7:00 uur aankwamen. Toch mochten we nog wel even snel ontbijten en vertrokken we uiteindelijk om 7:25 uur. Lekker op z'n Indonesisch!

In Ende gaan we snel op zoek naar een slaapplek, waarna we ons klaar maken voor een door de ANWB aangerade wandeltocht naar Wolotopo. We pakken de bemo en laten ons afzetten net buiten Ende. Vanaf hier lopen we een straat in richting de kust. Van alle kanten komen kinderen aanrennen om gedag te zeggen. Allemaal druk zwaaiend en natuurlijk worden we weer overspoeld door een zee aan vragen; 'Hello mister! Where are you from? What is your name? Where are you going?'. Ook willen ze allemaal erg graag op de foto. In dit soort straatjes merk je dat er weinig toeristen komen.
In de bloedhitte lopen we langs de kust en aanschouwen we het strand en de zee. Op de achtergrond zien we Pulau Koa en de Gunung Meja (Tafelberg). De weg naar Wolotopo brengt ons prachtige plekjes, ook al zijn sommige stukjes erg steil. Veel dorpjes in deze regio beginnen trouwens met het woordje 'Wolo', dat heuvel betekent.

Aan de andere kant van een bergriviertje zien we Wolotopo liggen. Een oude hangbrug en een nieuwe betonnen brug verbinden de ene kant met de andere. De nieuwe brug is in 2008 gebouwd en sinds die tijd hebben veel meer toeristen het dorpje bezocht. Dat merk je direct aan sommige kinderen die om snoep, pennen of geld vragen.
Om de vier traditionele huizen van het dorpje, dat op een heuvel is gebouwd, te zien moeten we heel veel traptreden bedwingen. Op weg naar boven worden we nog opgehouden door een groot dorpsfeest, waar we direct worden uitgenodigd. We nemen de uitnodiging aan, maar lopen eerst verder naar de top. Bovenop de top, tussen megalitische grafstenen in, spelen een aantal kinderen. Ook zij vragen om geld en snoep, maar willen ook graag op de foto. Als de fotoshoot er op zit geven de kinderen nog even een showtje weg. Tussen de grafstenen, op de top van de heuvel met uitzicht op zee, rennen de kinderen door elkaar en doen ze handstanden, radslagen en flikflaks. We bedanken ze en lopen terug naar hun ouders, waar we ook veel foto's moeten maken. Zelf hebben ze de grootste lol als ze iets tegen ons zeggen of ons aanraken. We laten het maar gewoon gebeuren en als iedereen is uitgelachen vertrekken we weer. We nemen de ojek (openbaar vervoer per scooter). Één van de bestuurders wil wel heel graag dat Lisette bij hem achterop komt zitten. Matthijs neemt plaats op een andere scooter waar hij achter de bestuurder en een jongetje moet zitten.

1 september
Uitgeslapen zitten we klaar voor het ontbijt; een kopje thee en een klein droog broodje (na twee happen was het op). We plannen de dag en gaan op zoek naar een bemo die ons naar de busterminal van Ende kan brengen. Deze terminal ligt net buiten de stad, hooguit een kwartiertje met de bemo. Alleen nadat we onderhandeld hebben over de prijs, slaan we al snel een zijweg in. Bij een huis halen we een doos op (ook hier wordt alles in dozen vervoerd) en vervolgens stoppen we op de hoek van de straat bij een kleine warung. De chauffeur en zijn bijrijder gaan eten. De chauffeur vraagt of we ook wat willen en of we anders even willen wachten. Eerst dachten we dat ze snel iets te eten zouden halen en dat we dan weer snel verder zouden rijden. Maar dat was niet het geval. Matthijs stond dit helemaal niet aan en ging op zoek naar een andere mogelijkheid.
We wilden immers zo snel mogelijk naar Moni, waar we de volgende ochtend de Kelimutu vulkaan zouden gaan beklimmen. De vulkaan heeft drie kratermeren die door steile rotswanden van elkaar worden gescheiden. De kleur van het water van deze meren is aan verandering onderhevig. Vijftig jaar geleden waren de meren blauwgroen, diepgroen en rood.
Matthijs vond honderd meter verderop een bus die rechtstreeks naar Maumere ging en dus langs Moni kwam! Hij liep terug naar de bemo die nog steeds voor het restaurantje stond. Lisette ging akkoord en Matthijs klom op het dak van de bemo. Hij pakte de tassen en gaf ze aan Lisette, liep naar binnen waar de mannen nog niets vermoedend zaten de eten, gaf wat geld en weg waren we! Op naar Moni! Op naar de Kelimutu!

Wanneer je bijna drie maanden in Indonesië verblijft moet je toch wel weten dat er in de hele kleine dorpjes geen bank is. Nou, wij waren dat even vergeten. We zijn aangekomen in Moni en hebben een slaapplek (Bintang Bungalow) gevonden, maar geen geld. Even verderop in Wolowaru is wel een geldautomaat, maar wel twintig minuten rijden. En dus was de beste optie om een scooter te huren. Die scooter huren kost hier, in tegenstelling tot andere delen van Indonesië wel drie(!) keer zo veel. Dit komt volgens de eigenaar, omdat zowel de scooter als de benzine op Flores duurder is.
Eerste prioriteit is dus geld en daarom rijden we over een mooie weg naar Wolowaru. Bij de geldautomaat is het druk dus besluiten eerst een hapje te gaan eten (hier hadden we nog wel geld voor). Heerlijke noedelsoep met kip! We zaten wel een beetje in de stress, want we wisten niet zeker of de geldautomaat onze pinpas zou accepteren. En Matthijs wist de pincode van zijn creditcard niet meer. Gelukkig konden we het thuisfront inschakelen en gingen we met een volle portemonnee naar de Kelimutu. Die volle portemonnee was ook wel nodig, want vanaf 1 september zijn de entreeprijzen van de nationaal parken in Indonesië flink omhoog gegaan op last van de regering. We zijn dus eigenlijk net één dag te laat. In plaats van 70.000 roepia betalen we nu 150.000 roepia entree per persoon. Laten we hopen dat dit geld ten goede komt aan het park. We geven liever extra geld uit aan zoiets, dan aan bijvoorbeeld de minibus.

In de boekjes wordt aangeraden om vroeg in de ochtend naar de vulkaan te gaan, om zowel de kleuren van de meren goed te kunnen zien als de zonsopgang. Omdat wij in Indonesië al menig mooie zonsopgangen hebben gezien en eigenlijk de hele middag nog hebben, zijn we eigenwijs en staan we om 15:30 uur voor de ingang van het Kelimutu National Park. Hier voorafgaand gaat een mooie rit door de rijstvelden en heuvels over een steile en bochtige weg. Zelfs de man van het loket is verbaasd om op dit tijdstip nog bezoekers te krijgen. We zijn dan ook echt de enige toeristen. Wat een stilte en wat een rust! En wat zijn de vulkaanmeren nog steeds mooi van kleur! Tegenwoordig zijn ze fel turquoise (het meer van de jonge persoon), pikzwart (het meer van de slechte persoon) en diepgroen (het meer van de oude persoon). Alleen de laatstgenoemde kleur is iets minder goed te zien, vanwege de schaduw. De andere twee zijn juist heel mooi door de al ondergaande zon.
Wanneer we volop foto's staan te maken van dit prachtige natuurverschijnsel, blijkt dat we toch niet helemaal alleen op deze plek zijn. Tientallen aapjes komen de trappen naar het hoogste punt opgerend, op zoek naar eten wat de toeristen vooral in de morgen hebben achtergelaten. Prullenbakken worden ondersteboven gekeerd om bijna lege verpakkingen helemaal schoon te likken. Het is een grappig gezicht. Intussen houden we onze spullen goed in de gaten, want we hebben wel geleerd van het handdoek-incident op de Rinjani;)
Terug op de scooter is het inmiddels al weer flink afgekoeld en zijn we iets te optimistisch geweest met onze korte broek en hemdje. Gelukkig heeft Matthijs er iets op gevonden om warm te blijven, namelijk uit volle borst te gaan zingen. De Indonesiërs die onderweg tegenkomen kunnen er wel om lachen:)

3 september
Onze laatste dagen in Indonesië verblijven in de buurt van Maumere. De stad zelf is niet een verblijf waard en daarom hebben we gezocht naar een plekje aan het strand. We hebben gelezen over een hotel in Waiaira en we nemen de gok om ons daar af te laten zetten. Als het niks is of vol zit hebben we een klein probleem, want er is niets in de buurt. Maar wat blijkt, we zijn de enige gasten! Niet duur, aan het strand, wij begrijpen het niet! En daarom verblijven we sinds gisteren, helemaal alleen, in het Sao Wisata. Één voordeel hiervan; je wordt goed verwend.

Zo kunnen we 's ochtends met de manager meerijden naar de markt in Maumere. Hij zet ons af bij de visafslag en we zien hier hoe vers gevangen vis wordt verkocht. In de aanbieding zijn de grote tonijnen (van een meter) en één iemand heeft goede zaken gedaan. Aan beide kanten van het stuur van zijn fiets hangt een grote tonijn; voorzichtig sturen dus! Verder zien we tal van andere vissen, en we ruiken ze ook vooral!
Hierna struinen we de markt af en bekijken we alle groentes en fruit die uitgestald zijn. De meeste hiervan kennen we helemaal niet in Nederland. Toch is het wel raar dat elk kraampje zo'n beetje hetzelfde verkoopt! Onze ogen geven we goed de kost, maar Matthijs moet vooral goed uitkijken dat hij niet zijn hoofd stoot. De kraampjes zijn zo klein en laag, en de plastic zeilen die er tussen hangen zijn niet echt strak gespannen. Hij heeft de rest van de dag last van zijn nek en rug;-)
Tot slot gaan we nog op zoek naar wat ansichtkaarten om naar het thuisfront op te kunnen sturen. Alleen ansichkaarten die kennen ze hier niet, zelfs niet op het postkantoor. Helaas pindakaas oma!

5 september
Het is 4:30 uur en we zitten te wachten op het vliegveld van Kupang. Gisteren zijn we van Maumere naar Kupang gevlogen en we hebben in Kupang overnacht. Onze slaapplek was goedkoop en lag zo'n twintig minuten lopen van het vliegveld. Eerst hadden we nog het idee om op het vliegveld te overnachten, omdat we hier toch om 4.00 uur alweer moesten zijn, maar het vliegveld gaat dicht. Geen optie dus haha.
Naast de homestay is een restaurantje waar je nasi of mie groeng kunt eten. De restaurantjes in Indonesië zijn vaak niet meer dan een kraampje of karretje met wat tafels en plastic stoelen daar omheen. Een groot gespannen plastic zeil dient als dak en zorgt voor een soort van huiselijk sfeertje. Als er al muren zijn, dan zijn ze betegeld met tegels die in een badkamer of zwembad thuis horen. De tafels hebben altijd een geruit tafelkleedje met daar op een vies doorzichtig plastic kleed. Maar het eten is altijd erg goed en erg goedkoop!
Wat erg leuk is aan deze kraampjes, is dat elk restaurantje haar eigen specialiteit heeft. Deze specialiteit krijg je voorgeschoteld en iets anders kun je niet kiezen. Daarvoor moet je naar een ander restaurantje. Zo kun je hier echt alleen nasi of mie goreng eten en zo kun je honderd meter verderop alleen soto ayam en soto sapi eten:)

Kupang ligt op het eiland Timor, het westen van het eiland is Indonesisch en het oosen is sinds 2002 een onafhankelijk land; Oost-Timor. De geschiedenis en het ontstaan van Oost-Timor is erg interessant en hier zouden we een aardig verhaal over kunnen schrijven. Maar we zijn er niet geweest en als je geïnteresserd bent, dan zoek je het maar op internet op!
Enfin, we wachten op het vliegtuig dat ons van Kupang naar Jakarta brengt. Hier stappen we over op het vliegtuig naar Singapore! We laten het land van met z'n vieren op de scooter, vulkanen en rijstvelden achter ons en storten ons nog twee weken in de cultuur van Singapore en Maleisië!

Selamat tinggal

Lisette en Matthijs

  • 05 September 2014 - 10:14

    Kees En Dita:

    Wat een spannende en ook leuke verhalen. Jullie maken wel veel mee en leren veel van het land en zijn cultuur. Maar dat komt natuurlijk ook door dat je veel met gidsen op reis gaat.
    We hebben weer met veel plezier het verslag gelezen over mooie wandelingen, lekker snorkelen en vooral ook lekker eten. Als je dat zo lees verwachten we dat jullie onderhand tonnetje rond zijn.
    Nog heel veel plezier in Singapore en Maleisië. Groetjes.

  • 05 September 2014 - 11:58

    Patrick Bezemer:

    Lans en lisette,

    Leuk om elke keer deze verhalen te lezen. Geniet er nog effe lekker van!! Gr pat

  • 06 September 2014 - 08:26

    Joke:

    Hoi Lisette en Matthijs,

    Heb weer genoten van jullie super lange verslag,nog heel veel plezier de laatste weken in Singapore en Maleisie.

    Liefs Joke

  • 06 September 2014 - 10:55

    Oma:

    Lisette en Matthijs.Ik heb je spannende avonturen gisteren in bed liggen lezen en er weer van genoten. Zijn jullie. Nooit bang van al die dieren want er zitten vreemde. Beesten bij.en wat een lang verslag.Nog hele fijne weken.dan is het weer wennen thuis,geen rijst meer maar aardappelen,groente en een bal gehakt.(ook lekker) ha ! Ha! Vele groetjes veel liefs oma xxxx

  • 09 September 2014 - 14:22

    Lejo:

    Geniet nog van de laatste weekjes.
    En dan weer naar huis
    Ook weer lekker om thuis te zijn
    En alle verhalen te vertellen
    Gr le- jo

  • 17 September 2014 - 17:55

    Rene Kapteijn:

    Beetje late reactie, maar wij waren ook bezig aan eilanden tocht, maar dan een Hollandse.
    Namelijk de wadden en wel met onze eigen zeilboot, gelukkig heb ik niet aan motoren hoeven sleutelen onderweg. Trouwens een konijn en een kruisspin was wel het opwindendste dier hier.

    Wederom herkenbare verhalen en eens met de conclusie dat Flores echt een van de mooiste eilanden van Indonesië is. Sulawesi zijn we nog niet geweest, maar staat wel op de verlanglijst.
    Overigens hebben wij wel de zonsopgang op de Kelimutu vulkaan over ons heen laten komen en wat was het koud die ochtend, dus deden de hete koffie verkopers goede zaken daar op de top.
    Grappig om dan toch weer te concluderen dat de kleuren van de drie meren toch nog aan verandering onderhevig zijn. Als jullie weer thuis zijn moeten we maar eens foto's vergelijken.

    Ondertussen zullen jullie wel in Singapore of Maleisië zijn dus doe ze daar dan maar de groeten en voor straks een goede terugvlucht.

    Selamat Jalan,
    René en Elly Kapteijn

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Matthijs en Lisette

Actief sinds 29 Mei 2014
Verslag gelezen: 1441
Totaal aantal bezoekers 14444

Voorgaande reizen:

27 November 2019 - 29 April 2020

Rondreis Zuid-Amerika

22 Juni 2014 - 21 September 2014

Rondreis Indonesië

Landen bezocht: